In zijn nieuwste boek stelt Van Roosmalen (voor een beter begrip van onze afkomst) de volgende twee vragen: wat is eigenlijk de reden dat primaten de meest soortrijke en tevens de meest kleurrijke Orde van zoogdieren vormen? En waarom is deze vraag in de vakliteratuur nooit eerder expliciet gesteld?
Ter beantwoording ervan neemt hij de lezer mee op een filosofische reis door de biohistorie van de anatomisch moderne mens sinds de eerste ‘out of Africa’-migratie plaatsvond, zo´n 100.000 jaar geleden; en een tweede, zo´n 40.000 jaar geleden. Volgens zijn bij alle Neotropische apen geteste en geldig bevonden stelling is het ‘waarom de buren nooit deugen’-syndroom de bij sociale territoriale primaten alom werkzame en exclusief in de mannelijke genen vastgelegde drijfveer om de wereld te gaan ‘veroveren’ – niet zoals menigeen meent te weten uit nieuwsgierigheid maar eerder “vóór de genocidegolven uit”. Het lezen van dit boek en het laten bezinken van de essentie van de hier geponeerde theorie kan de maatschappelijk ge-engageerde lezer een handvat bieden om de recente ‘out of Africa’-immigratiegolven waarmee het huidige West-Europa te kampen heeft in een evolutionair alsook cultuurhistorisch kader te plaatsen. Alleen door de vinger op de zere plek te leggen, kan onze maatschappij langs politieke en educatieve weg mogelijk een weg vinden om beter om te gaan met het ‘waarom de buren nooit deugen’-syndroom. Zoniet, dan zal de geschiedenis van rassenmoord zich blijven herhalen tot onze soort Homo sapiens, vroeg of laat, uitsterft.